Training

Wat is Kendo?UitrustingShinai & BokkenEtiquetteBasisTechniekTrainingKata

Tijdens kihon (basistraining) worden alle technieken (afhankelijk van het niveau van de leerlingen) geoefend. Kihon biedt een relatief veilige omgeving waar iedereen op eigen niveau en tempo zijn kendo kan verbeteren. Kihon kan verschillende aspecten in kendo accentueren, zoals spirit, voetenwerk, souplesse of techniek.

Er zijn een aantal oefenvormen die uitleg verdienen:

Kiri kaeshi

Kiri kaeshi betekent repeterend slaan. Bij kirikaeshi maakt men negen slagen, exclusief shomen. Deze oefening is van groot belang als het gaat om het aanleren en oefenen van een correcte shinai-, lichaams- en voetbeweging en een correcte slagtechniek. Vanwege de grote bewegingen is Kiri kaeshi ook een uitermate goede oefening voor tijdens de warming-up. Kiri kaeshi is een samenspel tussen leraar en leerling. De leerling maakt correcte slagen. De leraar blokkeert deze slagen door ze op te vangen. Het is belangrijk dat de leraar dit op de juiste manier doet, zodat de leerling zijn slagen correct kan maken.

Beschrijving kiri kaeshi:

  1. De kendoka staan tegenover elkaar in chudan-no-kamae, de shinai zijn niet gekruist (toma).
  2. De uchidachi (leerling) schuift in naar slagafstand en maakt een grote shomen (men recht door het midden) met fumikomi. De motodachi ontvangt deze slag. De uchidachi loopt door tot de tskuka van de shinai elkaar raken (tsuba zeriai).
  3. De uchidachi drukt de motodachi weg (tai atari), zodat deze wederom op slagafstand staat.
  4. Van hieruit maakt de uchidachi vier voorwaartse schuine menslagen (yoko men) zonder fumikomi. Het voetenwerk is dus okuri-ashi, het standaard kendo voetenwerk. De eerste slag is naar de linkerkant van de men(hidari men) van de motodachi, de tweede slag is naar de rechterkant van de men (migi men) van de motodachi, enz.. De motodachi vangt de vier slagen zo dicht mogelijk bij zijn hoofd op, zodat de uchidachi goed kan zien of zijn slagen correct zijn. De motodachi loopt in okuri-ashi of ayumi-ashi (links, rechts voetenwerk) in de maat van de uchidachi mee.
  5. Na de vier slagen voorwaarts volgen er vijf slagen achterwaarts, te begin op de linkerkant van de men (hidari men) van de motodachi. De laatste slag,de negende, is dus ook hidari men. Tijdens de vijf achterwaartse slagen loopt de uchidachi wederom met okuri-ashi voetenwerk. De motodachi loopt in hetzelfde ritme mee, met okuri-ashi of ayumi-ashi voetenwerk.
  6. Na de negende slag keert de uchidachi terug naar de beginpositie, chudan-no-kamae met de shinai niet gekruist (toma).
  7. Stap 2 t/m 6 worden herhaald.
  8. De uchidachi sluit af met een grote shomen met fumikomi, hierbij toont hij zanshin en maakt het punt volledig af. Nadat de men getroffen is geeft de motodachi de uchidachi de ruimte om door te lopen en zanshin te tonen en het punt correct af te maken.De gehele kiri kaeshi wordt door de uchidachi uitgevoerd met een luidkeelse kiai en een overweldigende spirit.

Er is een variant op de standaard kiri kaeshi. Bij deze variant wordt beurtelings men en do geslagen. Het ritme is dan: hidari men, migi men, hidari do, migi do, enz..

Keikomenslag

Keiko is het belangrijkste onderdeel van de training. Tijdens keiko probeert de kendoka de geleerde technieken toe te passen. Keiko kan op een wedstrijd (shiai) lijken. Er staat nog niets op het spel, dus de situatie is nog steeds relatief veilig, wat de kendoka de ruimte geeft te experimenteren.
Er zijn verschillende vormen keiko:

Shiai geiko:
Dit is wedstrijdtraining. Er wordt gestreden om twee gewonnen punten (sanbon shobu) of een gewonnen punt (ippon shobu). Soms is deze training met scheidsrechters, soms wordt de beoordeling aan de kendoka zelf overgelaten.

Ji geiko/gokaku geiko:
Ji geiko is vrij sparren tussen kendoka van hetzelfde niveau. In dit oefengevecht hebben de kendoka de tijd en ruimte om nieuw geleerde technieken uit te proberen. Soms wordt ji geiko afgesloten met ippon shobu.

Sogo renshu
Dit is een variatie op ji geiko. In het geval van sogo renshu wordt namelijk de nadruk gelegd op de technieken en tactische aspecten die daarvoor tijdens kihon behandeld zijn.

Kakari geiko
Deze oefening is van groot belang voor het ontwikkelen van uithoudingsvermogen, spirit en mentale weerstand. Bovendien wordt het forceren van een suki (opening) geoefend.
Gedurende 30 seconden tot een minuut valt de shidachi de motodachi zo snel mogelijk aan. Er is geen rustmoment. De kendoka draait om na een slag en valt meteen weer aan. De motodachi dient de foute technieken af te weren, te ontwijken of met oji waza te beantwoorden. De goed uitgevoerde technieken worden doorgelaten.

Uchikomi geiko
Tijdens uchikomi geiko worden de basisslagen geoefend. De motodachi geeft een suki (opening) waarop de shidachi reageert en een correct punt maakt. Deze openingen kunnen willekeurig gegeven worden, maar soms wordt ook van tevoren een volgorde bepaald. Uchikomi geiko is een zeer belangrijke oefening voor beginnende kendoka. Het geeft hem de gelegenheid in zijn eigen tempo en op eigen niveau een correct punt te maken. Ki ken tai no ichi.